Nieuwe vijver was een grote klus

De vijver in de gesteentetuin was lek. Daarom is er in juni hard gewerkt om hem te vervangen. Helaas verlopen dit soort projecten nooit vlekkeloos. Maar met veel geduld en vakmanschap heeft Jules Klees, de tuinman van het museum, er een mooi geheel van gemaakt. Momenteel is hij bezig met het aanleggen van enkele waterterrassen vanwaar het water naar beneden stroomt.

Jules Klees doet verslag van de werkzaamheden.

Na lange tijd tegen een lelijke, lege vijver te hebben aangekeken, staat de vijver nu weer vol met water, maar dat heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. De vijver was zo lek als een mandje. De bovenkant van het PVC-vijverfolie was totaal vergaan. Tegenwoordig wordt EPDM, dat is rubber, gebruikt voor vijverbekleding. Dus zoeken naar een aannemer die deze klus zou klaren. Dat viel niet mee, want menig hovenier die ik had aangeschreven, liet niets van zich horen. Uiteindelijk had ik twee offertes en hoveniersbedrijf ‘Klaproos Tuinen’ uit Renswoude had de laagste inschrijving. Hem gunde ik het werk, waar ik achteraf behoorlijk spijt van had.  

Vijverrand hoort waterpas

De afspraak was dat de werkzaamheden op 5 juni zouden starten, maar ik kreeg 5 juni een telefoontje dat het een dag later werd.  Dus stond ik 6 juni volgens afspraak om 7.20 uur bij het museum, 10 min. eerder dan de afgesproken tijd. Firma Klaproos, drie man sterk, Ariaan Klap en twee jonge mannen waren al over het hek geklommen. Toen ik het hek geopend had werden een graafmachine en een dumper naar binnen gereden en ik had al gauw in de gaten dat beide jonge mannen, die het werk moesten uitvoeren, weinig ervaring hadden met deze machines. Ariaan Klap (de baas) legde uit hoe de machines werkte en was al weer gauw verdwenen. In drie dagen moest het werk (dat neem ik aan) klaar zijn. Met grof geweld werd er gewerkt en menig plant werd onnodig vernield. Maar het ergste was dat van de stabiliteit van de vijverrand niets over bleef. Dit werd opgelost door het zand nat te maken en met schop en een kleine waterpas de rand te herstellen. Op mijn vraag: “Denken jullie dat je op deze manier de rand stabiel krijgt en hoe krijg je de rand waterpas zonder waterpas instrument?”, kreeg ik geen overtuigd antwoord. Het gaat tenslotte om een grote vijver van 18 meter lang en gemiddeld 7 meter breed. Later bleek dat de rand verre van waterpas was. 

De derde dag werd het beschermende doek aangebracht. Dat bestond uit twee verschillende restanten en het bleek ook veel te weinig. Het oude beschermingsdoek, veel beter van kwaliteit, hadden ze de vorige dag al afgevoerd en dat konden ze daardoor helaas niet meer gebruiken. Daarna werd het vijverrubber erin gelegd, maar de plooien konden niet met speciaal hiervoor gemaakt tape worden afgeplakt. Na heel wat telefoontjes kreeg ik te horen dat de bestelling van het tape niet aangekomen was. Dus geen gelijmde plooien. Ik was die lui zo zat dat ik blij was dat ze weg waren. De met de kraan verplaatste keien waren niet teruggelegd en kapot gereden planten niet hersteld.  

Toen ik met de keienrand begon, zag ik dat de dikte van het vijverrubber erg dun was. De volgende dag de schuifmaat meegenomen en het bleek maar 0.8 mm dik te zijn. Normaal wordt hier 1.5 mm voor gebruikt. Nu maar hopen dat het lang mee gaat en niet dat de eerste de beste reiger er met zijn snavel doorheen prikt.  

Ik heb het een week moeten laten bezinken voordat ik Ariaan Klap kon bellen om een afspraak met hem te maken om mijn ontevredenheid uit te spreken. Dat verliep niet soepel, maar ik heb voet bij stuk gehouden zodat er behoorlijk wat van de prijs afging. Het betekent echter wel dat er nu heel wat extra werk op mijn schouders terechtkomt.                          

Zwerfkeien van Schokland  

Afgelopen winter hebben een aantal leden van de stenenclub van museum Schokland een enorme partij stenen opgehaald uit het huis, de schuren en tuin van de overleden Dhr. Ernst Kleis te Steenwijk. Deze zijn gedoneerd aan museum Schokland. Berend Jan en ik hebben daar heel wat werk aan gehad.  Het was zo veel dat er nog heel wat keien bleven liggen in de tuin. Later bedacht ik dat het mooi zou zijn als ik deze stenen nog op kon halen voor onze vijverrand. 

Na wat getelefoneer kreeg ik toestemming om deze op te halen en samen met Berend Jan heb ik twee aanhangwagens keien opgehaald. Allemaal zwerfkeien afkomstig uit Scandinavië. Toen ik ze met de hogedrukspuit had gereinigd, zag ik pas hoe mooi ze waren. 

Mijn bedoeling was deze op de vijverrand te metselen, maar het probleem was dat de stabiliteit volledig verloren was gegaan. Eigenlijk zag ik het helemaal niet meer zitten. Slapeloze nachten en het bleef maar malen in mijn hoofd ,,Hoe los ik dit op!!!”. Met Maurits Braaksma en Jan Meershoek heb ik toen afspraken gemaakt omdat ik het werk niet alleen kon doen. Uiteindelijk ben ik de enige met ervaring in metselwerk en daardoor kwam het meeste werk op mij neer. Het aanmaken van cement en beton en het aanvoeren en aangeven van de stenen door beide medewerkers werkte goed. Op die manier kon ik zoveel mogelijk of in de vijver blijven staan, of op de instabiele rand blijven.  

Om een stabiele rand te krijgen, hebben we een betonnen met staal bewapende rand van 10x15cm aan de achterkant tegen de keien gestort, waardoor het een stabiel geheel is geworden.  

Waterval met terrassen 

Nu ben ik begonnen met de waterval. De oude waterval werkte niet meer. Als de pomp aanstond, dan ging er veel water verloren. Daarom hebben we al een paar jaar geleden besloten deze niet meer aan te zetten. Mijn idee is om water terrassen te maken. Met als doel dat als de pomp aanstaat het water van het ene naar het ander terras te laten overlopen en als de pomp uit is het water in de terrassen blijft staan. Het eerste, onderste terras is nu klaar en nu ga ik aan het tweede terras beginnen. Het is een enorm priegelwerk en zal nog wel enige tijd duren voor de laatste steen gemetseld is.